-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|1 Crónicas 3:11|
Zijn zoon was Joram; zijn zoon was Ahazia; zijn zoon was Joas;
-
12
|1 Crónicas 3:12|
Zijn zoon was Amazia; zijn zoon was Azaria; zijn zoon was Jotham;
-
13
|1 Crónicas 3:13|
Zijn zoon was Achaz; zijn zoon was Hizkia; zijn zoon was Manasse;
-
14
|1 Crónicas 3:14|
Zijn zoon was Amon; zijn zoon was Josia.
-
15
|1 Crónicas 3:15|
De zonen van Josia nu waren dezen: de eerstgeborene Johanan, de tweede Jojakim, de derde Zedekia, de vierde Sallum.
-
16
|1 Crónicas 3:16|
De kinderen van Jojakim nu waren: Jechonia zijn zoon, Zedekia zijn zoon.
-
17
|1 Crónicas 3:17|
En de kinderen van Jechonia waren Assir; zijn zoon was Sealthiel;
-
18
|1 Crónicas 3:18|
Dezes zonen waren Malchiram, en Pedaja, en Senazar, Jekamja, Hosama en Nedabja.
-
19
|1 Crónicas 3:19|
De kinderen van Pedaja nu waren Zerubbabel en Simei; en de kinderen van Zerubbabel waren Mesullam en Hananja; en Selomith was hunlieder zuster;
-
20
|1 Crónicas 3:20|
En Hasuba, en Ohel, en Berechja, en Hasadja, Jusabhesed; vijf.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Éxodo 5-8