-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|1 Crónicas 4:21|
De kinderen van Sela, den zoon van Juda, waren Er, de vader van Lecha, en Lada, de vader van Maresa; en de huisgezinnen van het huis der linnenwerkers in het huis Asbea.
-
22
|1 Crónicas 4:22|
Daartoe Jokim, en de mannen van Chozeba, en Joas, en Saraf (die over de Moabieten geheerst hebben) en de Jasubilehem; doch deze dingen zijn oud.
-
23
|1 Crónicas 4:23|
Dezen waren pottenbakkers, wonende bij plantages en tuinen; zij zijn daar gebleven bij den koning in zijn werk.
-
24
|1 Crónicas 4:24|
De kinderen van Simeon waren Nemuel en Jamin, Jarib, Zerah, Saul.
-
25
|1 Crónicas 4:25|
Sallum was zijn zoon; Mibsam was zijn zoon; Misma was zijn zoon.
-
26
|1 Crónicas 4:26|
De kinderen van Misma waren dezen: Hammuel zijn zoon, Zaccur zijn zoon, Simei zijn zoon.
-
27
|1 Crónicas 4:27|
Simei nu had zestien zonen en zes dochteren; maar zijn broeders hadden niet veel kinderen; en hun ganse huisgezin werd zo zeer niet vermenigvuldigd, als van de kinderen van Juda.
-
28
|1 Crónicas 4:28|
En zij woonden te Ber-seba, en te Molada, en te Hazar-Sual,
-
29
|1 Crónicas 4:29|
En te Bilha, en te Ezem, en te Tholad,
-
30
|1 Crónicas 4:30|
En te Bethuel, en te Horma, en te Ziklag,
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 28-30