- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									18
									 
									 
									|1 Reyes 22:18|
									Toen zeide de koning van Israel tot Josafat: Heb ik tot u niet gezegd: Hij zal over mij niets goed, maar kwaads profeteren?									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|1 Reyes 22:19|
									Verder zeide hij: Daarom hoort het woord des HEEREN: Ik zag den HEERE, zittende op Zijn troon, en al het hemelse heir staande nevens Hem, aan Zijn rechter hand en aan Zijn linkerhand.									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|1 Reyes 22:20|
									En de HEERE zeide: Wie zal Achab overreden, dat hij optrekke en valle te Ramoth in Gilead? De een nu zeide aldus, en de andere zeide alzo.									
									    
								 
- 
									
									21
									 
									 
									|1 Reyes 22:21|
									Toen ging een geest uit, en stond voor het aangezicht des HEEREN, en zeide: Ik zal hem overreden. En de HEERE zeide tot hem: Waarmede?									
									    
								 
- 
									
									22
									 
									 
									|1 Reyes 22:22|
									En hij zeide: Ik zal uitgaan, en een leugengeest zijn in den mond van al zijn profeten. En Hij zeide: Gij zult overreden, en zult het ook vermogen; ga uit en doe alzo.									
									    
								 
- 
									
									23
									 
									 
									|1 Reyes 22:23|
									Nu dan, zie, de HEERE heeft een leugengeest in den mond van al deze uw profeten gegeven; en de HEERE heeft kwaad over u gesproken.									
									    
								 
- 
									
									24
									 
									 
									|1 Reyes 22:24|
									Toen trad Zedekia, de zoon van Kenaana, toe, en sloeg Micha op het kinnebakken; en hij zeide: Door wat weg is de geest des HEEREN van mij doorgegaan, om u aan te spreken?									
									    
								 
- 
									
									25
									 
									 
									|1 Reyes 22:25|
									En Micha zeide: Zie, gij zult het zien, op dienzelfden dag, als gij zult gaan van kamer in kamer, om u te versteken.									
									    
								 
- 
									
									26
									 
									 
									|1 Reyes 22:26|
									De koning van Israel nu zeide: Neem Micha, en breng hem weder tot Amon, den overste der stad, en tot Joas, den zoon des konings;									
									    
								 
- 
									
									27
									 
									 
									|1 Reyes 22:27|
									En gij zult zeggen: Zo zegt de koning: Zet dezen in het gevangenhuis, en spijst hem met brood der bedruktheid, en met water der bedruktheid, totdat ik met vrede weder kom.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18