- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:11|
									Daarom vermaant elkander, en sticht de een den anderen, gelijk gij ook doet.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:12|
									En wij bidden u, broeders, erkent degenen, die onder u arbeiden, en uw voorstanders zijn in den Heere, en u vermanen;									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:13|
									En acht hen zeer veel in liefde, om huns werks wil. Zijt vreedzaam onder elkander.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:14|
									En wij bidden u, broeders, vermaant de ongeregelden, vertroost de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, zijt lankmoedig jegens allen.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:15|
									Ziet, dat niemand kwaad voor kwaad iemand vergelde; maar jaagt allen tijd het goede na, zo jegens elkander als jegens allen.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:16|
									Verblijdt u te allen tijd.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:17|
									Bidt zonder ophouden.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:18|
									Dankt God in alles; want dit is de wil van God in Christus Jezus over u.									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:19|
									Blust den Geest niet uit.									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|1 Tesalonicenses 5:20|
									Veracht de profetieen niet.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18