- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|2 Corintios 6:11|
									Onze mond is opengedaan tegen u, o Korinthiers, ons hart is uitgebreid.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|2 Corintios 6:12|
									Gij zijt niet nauw in ons, maar gij zijt nauw in uw ingewanden.									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|2 Corintios 6:13|
									Nu, om dezelfde vergelding te doen,, ik spreek als tot mijn kinderen) zo wordt gij ook uitgebreid.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|2 Corintios 6:14|
									Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis?									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|2 Corintios 6:15|
									En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige?									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|2 Corintios 6:16|
									Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Gods; gelijkerwijs God gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun God zijn, en zij zullen Mij een volk zijn.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|2 Corintios 6:17|
									Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|2 Corintios 6:18|
									En Ik zal u tot een Vader zijn, en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt de Heere, de Almachtige.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18