- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|Colossenses 4:11|
									En Jezus, gezegd Justus, welke uit de besnijdenis zijn; deze alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|Colossenses 4:12|
									U groet Epafras, die uit de uwen is, een dienstknecht van Christus, te allen tijde strijdende voor u in de gebeden, opdat gij staan moogt volmaakt en volkomen in al den wil van God.									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Colossenses 4:13|
									Want ik geef hem getuigenis, dat hij groten ijver heeft over u en degenen, die in Laodicea zijn, en degenen, die in Hierapolis zijn.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Colossenses 4:14|
									U groet Lukas, de medicijnmeester, de geliefde, en Demas.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Colossenses 4:15|
									Groet de broeders, die in Laodicea zijn, en Nymfas, en de Gemeente, die in zijn huis is.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Colossenses 4:16|
									En wanneer deze zendbrief van u zal gelezen zijn, maakt, dat hij ook in de gemeente der Laodicensen gelezen worde, en dat ook gij dien leest, die uit Laodicea geschreven is.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Colossenses 4:17|
									En zegt aan Archippus: Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in de Heere, dat gij die vervult.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Colossenses 4:18|
									De groetenis met mijn hand, van Paulus. Gedenkt mijn banden. De genade zij met u. Amen.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18