-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Deuteronomio 14:11|
Allen reinen vogel zult gij eten.
-
12
|Deuteronomio 14:12|
Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend;
-
13
|Deuteronomio 14:13|
En de wouw, en de kraai, en de gier naar haar aard;
-
14
|Deuteronomio 14:14|
En alle rave naar zijn aard;
-
15
|Deuteronomio 14:15|
En de struis, en de nachtuil, en de koekoek, en de sperwer naar zijn aard;
-
16
|Deuteronomio 14:16|
En de steenuil, en de schuifuit, en de kauw,
-
17
|Deuteronomio 14:17|
En de roerdomp, en de pelikaan, en het duikertje;
-
18
|Deuteronomio 14:18|
En de ooievaar, en de reiger naar zijn aard; en de hop, en de vledermuis;
-
19
|Deuteronomio 14:19|
Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn; zij zullen niet gegeten worden.
-
20
|Deuteronomio 14:20|
Al het rein gevogelte zult gij eten.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 5-7