-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
3
|Deuteronomio 14:3|
Gij zult geen gruwel eten.
-
4
|Deuteronomio 14:4|
Dit zijn de beesten, die gijlieden eten zult; een os, klein vee der schapen, en klein vee der geiten;
-
5
|Deuteronomio 14:5|
Een hert, en een ree, en een buffel, en een steenbok, en een das, en een wilde os, en een gems.
-
6
|Deuteronomio 14:6|
Alle beesten, die de klauwen verdelen, en de kloof in twee klauwen klieven, en herkauwen onder de beesten, die zult gij eten.
-
7
|Deuteronomio 14:7|
Maar deze zult gij niet eten, van degenen, die alleen herkauwen, of van degenen, die den gekloofden klauw alleen verdelen: den kemel, en den haas, en het konijn; want deze herkauwen wel, maar zij verdelen den klauw niet; onrein zullen zij ulieden zijn.
-
8
|Deuteronomio 14:8|
Ook het varken; want dat verdeelt zijn klauw wel, maar het herkauwt niet; onrein zal het ulieden zijn; van hun vlees zult gij niet eten, en hun dood aas zult gij niet aanroeren.
-
9
|Deuteronomio 14:9|
Dit zult gij eten van alles, wat in de wateren is; al wat vinnen en schubben heeft, zult gij eten.
-
10
|Deuteronomio 14:10|
Maar al wat geen vinnen en schubben heeft, zult gij niet eten; het zal ulieden onrein zijn.
-
11
|Deuteronomio 14:11|
Allen reinen vogel zult gij eten.
-
12
|Deuteronomio 14:12|
Maar deze zijn het, van dewelke gij niet zult eten: de arend, en de havik, en de zeearend;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7