-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Génesis 26:11|
En Abimelech gebood het ganse volk, zeggende: Zo wie deze man of zijn huisvrouw aanroert, zal voorzeker gedood worden!
-
12
|Génesis 26:12|
En Izak zaaide in datzelve land, en hij vond in datzelve jaar honderd maten; want de HEERE zegende hem.
-
13
|Génesis 26:13|
En die man werd groot, ja, hij werd doorgaans groter, totdat hij zeer groot geworden was.
-
14
|Génesis 26:14|
En hij had bezitting van schapen, en bezitting van runderen, en groot gezin; zodat hem de Filistijnen benijdden.
-
15
|Génesis 26:15|
En al de putten, die de knechten van zijn vader, in de dagen van zijn vader Abraham, gegraven hadden, die stopten de Filistijnen, en vulden dezelve met aarde.
-
16
|Génesis 26:16|
Ook zeide Abimelech tot Izak: Trek van ons; want gij zijt veel machtiger geworden, dan wij.
-
17
|Génesis 26:17|
Toen toog Izak van daar, en hij legerde zich in het dal van Gerar, en woonde aldaar.
-
18
|Génesis 26:18|
Als nu Izak wedergekeerd was, groef hij die waterputten op, die zij ten tijde van Abraham, zijn vader, gegraven, en die de Filistijnen na Abrahams dood toegestopt hadden; en hij noemde derzelver namen naar de namen, waarmede zijn vader die genoemd had.
-
19
|Génesis 26:19|
De knechten van Izak dan groeven in dat dal, en zij vonden aldaar een put van levend water.
-
20
|Génesis 26:20|
En de herders van Gerar twistten met Izaks herders, zeggende: Dit water hoort ons toe! Daarom noemde hij de naam van die put Esek, omdat zij met hem gekeven hadden.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 25-27