-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Génesis 29:11|
En Jakob kuste Rachel; en hij hief zijn stem op en weende.
-
12
|Génesis 29:12|
En Jakob gaf Rachel te kennen, dat hij een broeder van haar vader, en dat hij de zoon van Rebekka was. Toen liep zij heen, en gaf het aan haar vader te kennen.
-
13
|Génesis 29:13|
En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde van Jakob, zijner zusters zoon, zo liep hij hem tegemoet, en omhelsde hem, en kuste hem, en bracht hem tot zijn huis. En hij vertelde Laban al deze dingen.
-
14
|Génesis 29:14|
Toen zeide Laban tot hem: Voorwaar, gij zijt mijn gebeente en mijn vlees! En hij bleef bij hem een volle maand.
-
15
|Génesis 29:15|
Daarna zeide Laban tot Jakob: Omdat gij mijn broeder zijt, zoudt gij mij derhalve om niet dienen? verklaar mij, wat zal uw loon zijn?
-
16
|Génesis 29:16|
En Laban had twee dochters: de naam der grootste was Lea; en de naam der kleinste was Rachel.
-
17
|Génesis 29:17|
Doch Lea had tedere ogen; maar Rachel was schoon van gedaante, en schoon van aangezicht.
-
18
|Génesis 29:18|
En Jakob had Rachel lief; en hij zeide: Ik zal u zeven jaren dienen, om Rachel, uw kleinste dochter.
-
19
|Génesis 29:19|
Toen zeide Laban: Het is beter, dat ik haar aan u geve, dan dat ik haar aan een anderen man geve; blijf bij mij.
-
20
|Génesis 29:20|
Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaren; en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar liefhad.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13