-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Génesis 33:11|
Neem toch mijn zegen, die u tegemoet gebracht is, dewijl het God mij genadiglijk verleend heeft, en dewijl ik alles heb; en hij hield bij hem aan, zodat hij het nam.
-
12
|Génesis 33:12|
En hij zeide: Laat ons reizen en voorttrekken; en ik zal voor u trekken.
-
13
|Génesis 33:13|
Maar hij zeide tot hem: Mijn heer weet, dat deze kinderen teder zijn, en dat ik zogende schapen en koeien bij mij heb; indien men dezelve maar een dag afdrijft, zo zal de gehele kudde sterven.
-
14
|Génesis 33:14|
Mijn heer trekke toch voorbij, voor het aangezicht van zijn knecht; en ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen, naar den gang van het werk, hetwelk voor mijn aangezicht is, en naar den gang dezer kinderen, totdat ik bij mijn heer te Seir kome.
-
15
|Génesis 33:15|
En Ezau zeide: Laat mij toch van dit volk, dat met mij is, u bijstellen. En hij zeide: Waartoe dat? laat mij genade vinden in mijns heren ogen!
-
16
|Génesis 33:16|
Alzo keerde Ezau dien dag wederom zijns weegs naar Seir toe.
-
17
|Génesis 33:17|
Maar Jakob reisde naar Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats Sukkoth.
-
18
|Génesis 33:18|
En Jakob kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaan, als hij kwam van Paddan-Aram; en hij legerde zich in het gezicht der stad.
-
19
|Génesis 33:19|
En hij kocht een deel des velds, waarop hij zijn tent gespannen had, van de hand der zonen van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds.
-
20
|Génesis 33:20|
En hij richte aldaar een altaar op, en noemde het: De God Israels is God!
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13