- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|Génesis 36:11|
									En de zonen van Elifaz waren: Teman, Omar, Zefo, en Gaetam, en Kenaz.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|Génesis 36:12|
									En Timna was een bijwijf van Elifaz, den zoon van Ezau, en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada, Ezau's huisvrouw.									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Génesis 36:13|
									En dit zijn de zonen van Rehuel: Nahath, en Zerah, Samma en Mizza; dat zijn geweest de zonen van Basmath, Ezau's huisvrouw.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Génesis 36:14|
									En dit zijn geweest de zonen van Aholibama, dochter van Ana, dochter van Zibeon, Ezau's huisvrouw; en zij baarde aan Ezau Jehus, en Jaelam, en Korah.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Génesis 36:15|
									Dit zijn de vorsten der zonen van Ezau: de zonen van Elifaz, den eerstgeborene van Ezau, waren: de vorst Teman, de vorst Omar, de vorst Zefo, de vorst Kenaz.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Génesis 36:16|
									De vorst Korah, de vorst Gaetam, de vorst Amalek; dat zijn de vorsten van Elifaz in het land Edom; dat zijn de zonen van Ada.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Génesis 36:17|
									En dit zijn de zonen van Rehuel, den zoon van Ezau: de vorst Nahath, de vorst Zera, de vorst Samma, de vorst Mizza; dat zijn de vorsten van Rehuel in het land Edom; dat zijn de zonen van Basmath, de huisvrouw van Ezau.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Génesis 36:18|
									En dit zijn de zonen van Aholibama, de huisvrouw van Ezau: de vorst Jehus, de vorst Jaelam, de vorst Korah; dat zijn de vorsten van Aholibama, de dochter van Ana, de huisvrouw van Ezau.									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|Génesis 36:19|
									Dat zijn de zonen van Ezau, en dat zijn hunlieder vorsten; hij is Edom.									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|Génesis 36:20|
									Dit zijn de zonen van Seir, den Horiet, inwoners van dat land: Lotan, en Sobal, en Zibeon, en Ana,									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18