-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Génesis 37:11|
Zijn broeders dan benijdden hem; doch zijn vader bewaarde deze zaak.
-
12
|Génesis 37:12|
En zijn broeders gingen heen, om de kudde van hun vader te weiden bij Sichem.
-
13
|Génesis 37:13|
Zo zeide Israel tot Jozef: Weiden uw broeders niet bij Sichem? Kom, dat ik u tot hen zende. En hij zeide tot hem: Zie, hier ben ik!
-
14
|Génesis 37:14|
En hij zeide tot hem: Ga toch heen, zie naar den welstand van uw broederen, en naar den welstand van de kudde, en breng mij een woord wederom. Zo zond hij hem uit het dal Hebron, en hij kwam te Sichem.
-
15
|Génesis 37:15|
En een man vond hem (want ziet, hij was dwalende in het veld); zo vraagde hem deze man, zeggende: Wat zoekt gij?
-
16
|Génesis 37:16|
En hij zeide: Ik zoek mijn broederen; geef mij toch te kennen, waar zij weiden.
-
17
|Génesis 37:17|
Zo zeide die man: Zij zijn van hier gereisd; want ik hoorde hen zeggen: Laat ons naar Dothan gaan. Jozef dan ging zijn broederen na, en vond hen te Dothan.
-
18
|Génesis 37:18|
En zij zagen hem van verre; en eer hij tot hen naderde, sloegen zij tegen hem een listigen raad, om hem te doden.
-
19
|Génesis 37:19|
En zij zeiden de een tot den ander: Ziet, daar komt die meester-dromer aan!
-
20
|Génesis 37:20|
Nu komt dan, en laat ons hem doodslaan, en hem in een dezer kuilen werpen; en wij zullen zeggen: een boos dier heeft hem opgegeten; zo zullen wij zien, wat van zijn dromen worden zal.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7