-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
41
|Génesis 41:41|
Voorts sprak Farao tot Jozef: Zie, ik heb u over gans Egypteland gesteld.
-
42
|Génesis 41:42|
En Farao nam zijn ring van zijn hand af, en deed hem aan Jozefs hand, en liet hem fijne linnen klederen aantrekken, en legde hem een gouden keten aan zijn hals;
-
43
|Génesis 41:43|
En hij deed hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen voor zijn aangezicht: Knielt! Alzo stelde hij hem over gans Egypteland.
-
44
|Génesis 41:44|
En Farao zeide tot Jozef: Ik ben Farao! doch zonder u zal niemand zijn hand of zijn voet opheffen in gans Egypteland.
-
45
|Génesis 41:45|
En Farao noemde Jozefs naam Zafnath Paaneah, en gaf hem Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, tot een vrouw; en Jozef toog uit door het land van Egypte.
-
46
|Génesis 41:46|
Jozef nu was dertig jaren oud, als hij stond voor het aangezicht van Farao, koning van Egypte; en Jozef ging uit van Farao's aangezicht, en hij toog door gans Egypteland.
-
47
|Génesis 41:47|
En het land bracht voort, in de zeven jaren des overvloeds, bij handvollen.
-
48
|Génesis 41:48|
En hij vergaderde alle spijze der zeven jaren, die in Egypteland was, en deed de spijze in de steden; de spijze van het veld van elke stad, hetwelk rondom haar was, deed hij daarbinnen.
-
49
|Génesis 41:49|
Alzo bracht Jozef zeer veel koren bijeen, als het zand der zee, totdat men ophield te tellen: want daarvan was geen getal.
-
50
|Génesis 41:50|
En Jozef werden twee zonen geboren, eer er een jaar des hongers aankwam, die Asnath, de dochter van Potifera, overste van On, hem baarde.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7