- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									14
									 
									 
									|Génesis 50:14|
									Daarna keerde Jozef weder in Egypte, hij en zijn broeders, en allen, die met hem opgetogen waren, om zijn vader te begraven, nadat hij zijn vader begraven had.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Génesis 50:15|
									Toen Jozefs broeders zagen, dat hun vader dood was, zo zeiden zij: Misschien zal ons Jozef haten, en hij zal ons gewisselijk vergelden al het kwaad, dat wij hem aangedaan hebben.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Génesis 50:16|
									Daarom ontboden zij aan Jozef, zeggende: Uw vader heeft bevolen voor zijn dood, zeggende:									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Génesis 50:17|
									Zo zult gij tot Jozef zeggen: Ei, vergeef toch de overtreding uwer broederen, en hun zonde; want zij hebben u kwaad aangedaan; maar nu vergeef toch de overtreding der dienaren van den God uws vaders! En Jozef weende, als zij tot hem spraken.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Génesis 50:18|
									Daarna kwamen ook zijn broeders, en vielen voor hem neder, en zeiden: Zie, wij zijn u tot knechten!									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|Génesis 50:19|
									En Jozef zeide tot hen: Vreest niet; want ben ik in de plaats van God?									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|Génesis 50:20|
									Gijlieden wel, gij hebt kwaad tegen mij gedacht; doch God heeft dat ten goede gedacht; opdat Hij deed, gelijk het te dezen dage is, om een groot volk in het leven te behouden.									
									    
								 
- 
									
									21
									 
									 
									|Génesis 50:21|
									Nu dan, vreest niet! Ik zal u en uw kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen, en sprak naar hun hart.									
									    
								 
- 
									
									22
									 
									 
									|Génesis 50:22|
									Jozef dan woonde in Egypte, hij en het huis zijns vaders; en Jozef leefde honderd en tien jaren.									
									    
								 
- 
									
									23
									 
									 
									|Génesis 50:23|
									En Jozef zag van Efraim kinderen, van het derde gelid; ook werden de zonen van Machir, den zoon van Manasse, op Jozefs knieen geboren.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18