-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
31
|Juan 4:31|
En ondertussen baden Hem de discipelen, zeggende: Rabbi, eet.
-
32
|Juan 4:32|
Maar Hij zeide tot hen: Ik heb een spijs om te eten, die gij niet weet.
-
33
|Juan 4:33|
Zo zeiden dan de discipelen tegen elkander: Heeft Hem iemand te eten gebracht?
-
34
|Juan 4:34|
Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn werk volbrenge.
-
35
|Juan 4:35|
Zegt gijlieden niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet, Ik zeg u: Heft uw ogen op en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te oogsten.
-
36
|Juan 4:36|
En die maait, ontvangt loon, en vergadert vrucht ten eeuwigen leven; opdat zich te zamen verblijde, beide, die zaait en die maait.
-
37
|Juan 4:37|
Want hierin is die spreuk waarachtig: Een ander is het, die zaait, en een ander, die maait.
-
38
|Juan 4:38|
Ik heb u uitgezonden, om te maaien, hetgeen gij niet bearbeid hebt; anderen hebben het bearbeid, en gij zijt tot hun arbeid ingegaan.
-
39
|Juan 4:39|
En velen der Samaritanen uit die stad geloofden in Hem, om het woord der vrouw, die getuigde: Hij heeft mij gezegd alles, wat ik gedaan heb.
-
40
|Juan 4:40|
Als dan de Samaritanen tot Hem gekomen waren, baden zij Hem, dat Hij bij hen bleef; en Hij bleef aldaar twee dagen.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Pedro 1-5