- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									21
									 
									 
									|Jeremías 4:21|
									Hoe lang zal ik de banier zien, het geluid der bazuin horen?									
									    
								 
- 
									
									22
									 
									 
									|Jeremías 4:22|
									Zekerlijk, Mijn volk is dwaas, Mij kennen zij niet; het zijn zotte kinderen, en zij zijn niet verstandig; wijs zijn zij om kwaad te doen, maar goed te doen weten zij niet.									
									    
								 
- 
									
									23
									 
									 
									|Jeremías 4:23|
									Ik zag het land aan, en ziet, het was woest en ledig; ook naar den hemel, en zijn licht was er niet.									
									    
								 
- 
									
									24
									 
									 
									|Jeremías 4:24|
									Ik zag de bergen aan, en ziet, zij beefden; en al de heuvelen schudden.									
									    
								 
- 
									
									25
									 
									 
									|Jeremías 4:25|
									Ik zag, en ziet, er was geen mens; en alle vogelen des hemels waren weggevlogen.									
									    
								 
- 
									
									26
									 
									 
									|Jeremías 4:26|
									Ik zag, en ziet, het vruchtbare land was een woestijn, en al zijn steden waren afgebroken, vanwege den HEERE, vanwege de hittigheid Zijns toorns.									
									    
								 
- 
									
									27
									 
									 
									|Jeremías 4:27|
									Want zo zegt de HEERE: Dit ganse land zal een woestijn zijn (doch Ik zal geen voleinding maken);									
									    
								 
- 
									
									28
									 
									 
									|Jeremías 4:28|
									Hierom zal de aarde treuren, en de hemel daarboven zwart zijn; omdat Ik het heb gesproken, Ik heb het voorgenomen en het zal Mij niet rouwen, en Ik zal Mij daarvan niet afkeren.									
									    
								 
- 
									
									29
									 
									 
									|Jeremías 4:29|
									Van het geroep der ruiteren en boogschutters vluchten al de steden; zij gaan in de wolken, en klimmen op de rotsen; al de steden zijn verlaten, zodat niemand in dezelve woont.									
									    
								 
- 
									
									30
									 
									 
									|Jeremías 4:30|
									Wat zult gij dan doen, gij verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet gij u met gouden sieraad, al schuurdet gij uw ogen met blanketsel, zo zoudt gij u toch tevergeefs oppronken; de boelen versmaden u, zij zullen uw ziel zoeken.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18