- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|Jeremías 1:11|
									Wijders geschiedde des HEEREN woord tot mij, zeggende: Wat ziet gij, Jeremia? En ik zeide: Ik zie een amandelroede.									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|Jeremías 1:12|
									En de HEERE zeide tot mij: Gij hebt wel gezien; want Ik zal wakker zijn over Mijn woord, om dat te doen.									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Jeremías 1:13|
									En des HEEREN woord geschiedde ten tweeden male tot mij, zeggende: Wat ziet gij? En ik zeide: Ik zie een ziedenden pot, welks voorste deel tegen het noorden is.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Jeremías 1:14|
									En de HEERE zeide tot mij: Van het noorden zal zich dit kwaad opdoen over alle inwoners des lands.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Jeremías 1:15|
									Want zie, Ik roep alle geslachten der koninkrijken van het noorden, spreekt de HEERE; en zij zullen komen, en zetten een iegelijk zijn troon voor de deur der poorten van Jeruzalem, en tegen al haar muren rondom, en tegen alle steden van Juda.									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Jeremías 1:16|
									En Ik zal Mijn oordelen tegen hen uitspreken over al hun boosheid; dat zij Mij verlaten hebben, en anderen goden gerookt, en zich gebogen hebben voor de werken hunner handen.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Jeremías 1:17|
									Gij dan, gord uw lendenen, en maakt u op, en spreek tot hen alles, wat Ik u gebieden zal; wees niet verslagen voor hun aangezicht, opdat Ik u voor hun aangezicht niet versla.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Jeremías 1:18|
									Want zie, Ik stel u heden tot een vaste stad, en tot een ijzeren pilaar, en tot koperen muren tegen het ganse land; tegen de koningen van Juda, tegen haar vorsten, tegen haar priesteren, en tegen het volk van het land.									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|Jeremías 1:19|
									En zij zullen tegen u strijden, maar tegen u niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om u uit te helpen.									
									    
								 
- 
									
									1
									 
									 
									|Jeremías 2:1|
									En des HEEREN woord geschiedde tot mij, zeggende:									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 14-15