• Josué

    x
    • Libros
    • Avanzado
    • Lectura para Hoy
    • Dutch Staten Vertaling
    • Estudie la Biblia
    • Antiguo Testamento

      • Génesis
      • Éxodo
      • Levítico
      • Números
      • Deuteronomio
      • Josué
      • Jueces
      • Rut
      • 1 Samuel
      • 2 Samuel
      • 1 Reyes
      • 2 Reyes
      • 1 Crónicas
      • 2 Crónicas
      • Esdras
      • Nehemías
      • Ester
      • Job
      • Salmos
      • Proverbios
      • Eclesiastés
      • Cantares
      • Isaías
      • Jeremías
      • Lamentaciones
      • Ezequiel
      • Daniel
      • Oseas
      • Joel
      • Amós
      • Abdias
      • Jonás
      • Miqueas
      • Nahum
      • Habacuc
      • Sofonías
      • Hageo
      • Zacarías
      • Malaquías
    • Nuevo Testamento

      • Mateo
      • Marcos
      • Lucas
      • Juan
      • Hechos
      • Romanos
      • 1 Corintios
      • 2 Corintios
      • Gálatas
      • Efesios
      • Filipenses
      • Colossenses
      • 1 Tesalonicenses
      • 2 Tesalonicenses
      • 1 Timoteo
      • 2 Timoteo
      • Tito
      • Filemón
      • Hebreos
      • Santiago
      • 1 Pedro
      • 2 Pedro
      • 1 Juan
      • 2 Juan
      • 3 Juan
      • Judas
      • Apocalipsis
    • Cerca
      • Josué


        Leer por capítulos:
        X  

      Haga clic para leer 1 Crónicas 25-27





        1
         
        2
         
        3
         
        4
         
        5
         
        6
         
        7
         
        8
         
        9
         
        10
         
        11
         
        12
         
        13
         
        14
         
        15
         
        16
         
        17
         
        18
         
        19
         
        20
         
        21
         
        22
         
        23
         
        24
         
      •   Dutch Staten Vertaling

      • Capítulo 2
      • 1     |Josué 2:1| Jozua nu, de zoon van Nun, had twee mannen, die heimelijk verspieden zouden, gezonden van Sittim, zeggende: Gaat heen, bezichtigt het land en Jericho. Zij dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, wier naam was Rachab, en zij sliepen daar.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 2     |Josué 2:2| Toen werd den koning te Jericho geboodschapt, zeggende: Zie, in dezen nacht zijn hier mannen gekomen van de kinderen Israels, om dit land te doorzoeken.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 3     |Josué 2:3| Daarom zond de koning van Jericho tot Rachab, zeggende: Breng de mannen uit, die tot u gekomen zijn, die te uwen huize gekomen zijn; want zij zijn gekomen, om het ganse land te doorzoeken.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 4     |Josué 2:4| Maar die vrouw had die beide mannen genomen, en zij had hen verborgen; en zeide aldus: Er zijn mannen tot mij gekomen, maar ik wist niet, van waar zij waren.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 5     |Josué 2:5| En het geschiedde, als men de poort zou sluiten, als het duister was, dat die mannen uitgingen; ik weet niet, waarheen die mannen gegaan zijn; jaagt hen haastelijk na, want gij zult ze achterhalen.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 6     |Josué 2:6| Maar zij had hen op het dak doen klimmen, en zij had hen verstoken onder de vlasstoppelen, die van haar op het dak beschikt waren.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 7     |Josué 2:7| Die mannen nu jaagden hen na op den weg van de Jordaan, tot aan de veren; en men sloot de poort toe, nadat zij uitgegaan waren, die hen najaagden.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 8     |Josué 2:8| Eer zij nu sliepen, zo klom zij tot hen op, op het dak.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 9     |Josué 2:9| En zij sprak tot die mannen: Ik weet, dat de HEERE u dit land gegeven heeft, en dat ulieder verschrikking op ons gevallen is, en dat al de inwoners dezes lands voor ulieder aangezicht gesmolten zijn.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • 10     |Josué 2:10| Want wij hebben gehoord, dat de HEERE de wateren der Schelfzee uitgedroogd heeft voor ulieder aangezicht, toen gij uit Egypte gingt; en wat gijlieden aan de twee koningen der Amorieten, Sihon en Og, gedaan hebt, die op gene zijde van de Jordaan waren, dewelke gijlieden verbannen hebt.
                   
        Referencia
        interlineal
        Diccionario
        Versiones
        X
      • ‹
      • 1
      • 2
      • 3
      • ›
      • Cerca
      • Sugerencias

      © 2008-2025 Portal de la Biblia

      Av. Gen. Euryale de Jesus Zerbine 5876 - Jardim São Gabriel - Jacareí-SP - CEP: 12340-010    Tel: +55 (12) 2127-3000

      Hable con nosotros :: Como llegar :: Ubicación (mapa) :: Copyright de Versiones Bíblicas Utilizadas