-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
22
|Josué 12:22|
De koning van Kedes, een; de koning van Jokneam, aan den Karmel, een;
-
23
|Josué 12:23|
De koning van Dor, tot Nafath-Dor, een; de koning der heidenen te Gilgal, een;
-
24
|Josué 12:24|
De koning van Thirza, een. Al deze koningen zijn een en dertig.
-
1
|Josué 13:1|
Jozua nu was oud, wel bedaagd; en de HEERE zeide tot hem: Gij zijt oud geworden, welbedaagd, en er is zeer veel lands overgebleven, om dat erfelijk te bezitten.
-
2
|Josué 13:2|
Dit is het land, dat overgebleven is; al de grenzen der Filistijnen en het ganse Gesuri.
-
3
|Josué 13:3|
Van de Sichor, die voor aan Egypte is, tot aan de landpale van Ekron tegen het noorden, dat den Kanaanieten toegerekend wordt; vijf vorsten der Filistijnen, de Gazatiet en Asdodiet, de Askeloniet, de Gathiet en Ekroniet, en de Avvieten.
-
4
|Josué 13:4|
Van het zuiden, het ganse land der Kanaanieten, en Meara, die van de Sidoniers is, tot Afek toe, tot aan de landpale der Amorieten.
-
5
|Josué 13:5|
Daartoe het land der Giblieten, en de ganse Libanon tegen den opgang der zon, van Baal-Gad, onder aan den berg Hermon, tot aan den ingang van Hamath.
-
6
|Josué 13:6|
Allen, die op het gebergte wonen van den Libanon aan tot Misrefoth-maim toe, al de Sidoniers; Ik zal hen verdrijven van het aangezicht der kinderen Israels; alleenlijk maak, dat het Israel ten erfdeel valle, gelijk als Ik u geboden heb.
-
7
|Josué 13:7|
En nu, deel dit land tot een erfdeel aan de negen stammen, en aan den halven stam van Manasse,
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 14-16