-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
31
|Jueces 9:31|
En hij zond listiglijk boden tot Abimelech, zeggende: Zie, Gaal, de zoon van Ebed, en zijn broeders zijn te Sichem gekomen, en zie, zij, met deze stad, handelen vijandiglijk tegen u.
-
32
|Jueces 9:32|
Zo maak u nu op bij nacht, gij en het volk, dat met u is, en leg lagen in het veld.
-
33
|Jueces 9:33|
En het geschiede in den morgen, als de zon opgaat, zo maak u vroeg op, en overval deze stad; en zie, zo hij en het volk, dat met hem is, tot u uittrekken, zo doe hem, gelijk als uw hand vinden zal.
-
34
|Jueces 9:34|
Abimelech dan maakte zich op, en al het volk, dat met hem was, bij nacht; en zij legden lagen op Sichem, met vier hopen.
-
35
|Jueces 9:35|
En Gaal, de zoon van Ebed, ging uit, en stond aan de deur van de stadspoort; en Abimelech rees op, en al het volk, dat met hem was, uit de achterlage.
-
36
|Jueces 9:36|
Als Gaal dat volk zag, zo zeide hij tot Zebul: Zie, er komt volk af van de hoogten der bergen. Zebul daarentegen zeide tot hem: Gij ziet de schaduw der bergen voor mensen aan.
-
37
|Jueces 9:37|
Maar Gaal voer wijders voort te spreken en zeide: Zie daar volk, afkomende uit het midden des lands, en een hoop komt van den weg van den eik Meonenim.
-
38
|Jueces 9:38|
Toen zeide Zebul tot hem: Waar is nu uw mond, waarmede gij zeidet: Wie is Abimelech, dat wij hem zouden dienen? is niet dit het volk, dat gij veracht hebt? trek toch nu uit en strijd tegen hem!
-
39
|Jueces 9:39|
En Gaal trok uit voor het aangezicht der burgeren van Sichem, en hij streed tegen Abimelech.
-
40
|Jueces 9:40|
En Abimelech jaagde hem na, want hij vlood voor zijn aangezicht; en er vielen vele verslagenen tot aan de deur der stads poort.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 28-30