-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|Lucas 19:21|
Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt.
-
22
|Lucas 19:22|
Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.
-
23
|Lucas 19:23|
Waarom hebt gij dan mijn geld niet in de bank gegeven, en ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eisen?
-
24
|Lucas 19:24|
En hij zeide tot degenen, die bij hem stonden: Neemt dat pond van hem weg, en geeft het dien, die de tien ponden heeft.
-
25
|Lucas 19:25|
En zij zeiden tot hem: Heer, hij heeft tien ponden.
-
26
|Lucas 19:26|
Want ik zeg u, dat een iegelijk, die heeft, zal gegeven worden; maar van degene, die niet heeft, van dien zal genomen worden ook wat hij heeft.
-
27
|Lucas 19:27|
Doch deze mijn vijanden, die niet hebben gewild, dat ik over hen koning zoude zijn, brengt ze hier, en slaat ze hier voor mij dood.
-
28
|Lucas 19:28|
En dit gezegd hebbende, reisde Hij voor hen heen, en ging op naar Jeruzalem.
-
29
|Lucas 19:29|
En het geschiedde, als Hij nabij Beth-fage en Bethanie gekomen was, aan den berg, genaamd den Olijfberg, dat Hij twee van Zijn discipelen uitzond,
-
30
|Lucas 19:30|
Zeggende: Gaat henen in dat vlek, dat tegenover is; in hetwelk inkomende, zult gij een veulen gebonden vinden, waarop geen mens ooit heeft gezeten; ontbindt hetzelve, en brengt het.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Josué 22-24