-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
13
|Lucas 19:13|
En geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden, en zeide tot hen: Doet handeling, totdat ik kome.
-
14
|Lucas 19:14|
En zijn burgers haatten hem, en zonden hem gezanten na, zeggende: Wij willen niet, dat deze over ons koning zij.
-
15
|Lucas 19:15|
En het geschiedde, toen hij wederkwam, als hij het koninkrijk ontvangen had, dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen worden, wien hij het geld gegeven had; opdat hij weten mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had.
-
16
|Lucas 19:16|
En de eerste kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft tien ponden daartoe gewonnen.
-
17
|Lucas 19:17|
En hij zeide tot hem: Wel, gij goede dienstknecht, dewijl gij in het minste getrouw zijt geweest, zo heb macht over tien steden.
-
18
|Lucas 19:18|
En de tweede kwam, en zeide: Heer, uw pond heeft vijf ponden gewonnen.
-
19
|Lucas 19:19|
En hij zeide ook tot dezen: En gij, wees over vijf steden.
-
20
|Lucas 19:20|
En een ander kwam, zeggende: Heer, zie hier uw pond, hetwelk ik in een zweetdoek weggelegd had;
-
21
|Lucas 19:21|
Want ik vreesde u, omdat gij een straf mens zijt; gij neemt weg, wat gij niet gelegd hebt, en gij maait, wat gij niet gezaaid hebt.
-
22
|Lucas 19:22|
Maar hij zeide tot hem: Uit uw mond zal ik u oordelen, gij boze dienstknecht! Gij wist, dat ik een straf mens ben, nemende weg, wat ik niet gelegd heb, en maaiende, wat ik niet gezaaid heb.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 33-34