-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|Levítico 11:21|
Dit nochtans zult gij eten van al het kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat, hetwelk boven aan zijn voeten schenkelen heeft, om daarmede op de aarde te springen;
-
22
|Levítico 11:22|
Van die zult gij deze eten: de sprinkhaan naar zijn aard, en de solham naar zijn aard, en den hargol naar zijn aard, en den hagab naar zijn aard.
-
23
|Levítico 11:23|
En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft, zal u een verfoeisel zijn.
-
24
|Levítico 11:24|
En aan deze zult gij verontreinigd worden; zo wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
-
25
|Levítico 11:25|
Zo wie van hun dood aas gedragen zal hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond.
-
26
|Levítico 11:26|
Alle beest, dat den klauw verdeelt, doch de klove niet in tweeen klieft, en niet herkauwt, zal u onrein zijn; zo wie hetzelve aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn.
-
27
|Levítico 11:27|
En al wat op zijn poten gaat onder alle gedierte, op vier voeten gaande, die zullen u onrein zijn; al wie hun dood aas aangeroerd zal hebben, zal onrein zijn tot aan den avond.
-
28
|Levítico 11:28|
Ook die hun dood aas zal gedragen hebben, zal zijn klederen wassen, en onrein zijn tot aan den avond; zij zullen u onrein zijn.
-
29
|Levítico 11:29|
Verder zal u dit onder het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, onrein zijn: het wezeltje, en de muis, en de schildpad, naar haar aard;
-
30
|Levítico 11:30|
En de zwijnegel, en de krokodil, en de hagedis, en de slak, en de mol;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13