-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
29
|Levítico 11:29|
Verder zal u dit onder het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt, onrein zijn: het wezeltje, en de muis, en de schildpad, naar haar aard;
-
30
|Levítico 11:30|
En de zwijnegel, en de krokodil, en de hagedis, en de slak, en de mol;
-
31
|Levítico 11:31|
Die zullen u onrein zijn onder alle kruipend gedierte; zo wie die zal aangeroerd hebben, als zij dood zijn, zal onrein zijn tot aan den avond.
-
32
|Levítico 11:32|
Daartoe al hetgeen, waarop iets van dezelve vallen zal, als zij dood zijn, zal onrein zijn, hetzij van alle houten vat, of kleed, of vel, of zak, of alle vat, waarmede werk gedaan wordt; het zal in het water gestoken worden, en onrein zijn tot aan den avond; daarna zal het rein zijn.
-
33
|Levítico 11:33|
En alle aarden vat, waarin iets van dezelve zal gevallen zijn, al wat daarin is, zal onrein zijn, en gij zult dat breken.
-
34
|Levítico 11:34|
Van alle spijze, die men eet, waarop het water zal gekomen zijn, die zal onrein zijn; en alle drank, die men drinkt, zal in alle vat onrein zijn.
-
35
|Levítico 11:35|
En waarop iets van hun dood aas zal vallen, zal onrein zijn; de oven en de aarden pan zal verbroken worden; zij zijn onrein, daarom zullen zij u onrein zijn.
-
36
|Levítico 11:36|
Doch een fontein, of put van vergadering der wateren, zal rein zijn; maar wie hun dood aas zal aangeroerd hebben, zal onrein zijn.
-
37
|Levítico 11:37|
En wanneer van hun dood aas zal gevallen zijn op enig zaaibaar zaad, dat gezaaid wordt, dat zal rein zijn.
-
38
|Levítico 11:38|
Maar als water op het zaad gedaan zal worden, en van hun dood aas daarop zal gevallen zijn, dat zal u onrein zijn.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 8-10