-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
34
|Levítico 13:34|
Daarna zal de priester die schurftheid op den zevenden dag bezien; indien, ziet, de schurftheid in het vel niet uitgespreid is, en haar aanzien niet dieper is dan het vel, zo zal de priester hem rein verklaren; en hij zal zijn klederen wassen, en rein zijn.
-
35
|Levítico 13:35|
Maar indien de schurftheid in het vel gans uitgespreid is, na zijn reiniging;
-
36
|Levítico 13:36|
En de priester hem zal bezien hebben, dat, ziet, de schurftheid in het vel uitgespreid is, de priester zal naar het geelachtig haar niet zoeken; hij is onrein.
-
37
|Levítico 13:37|
Maar indien die schurftheid, naar dat hij zien kan, is staande gebleven, en zwart haar daarop gewassen is, die schurftheid is genezen, hij is rein; daarom zal de priester hem rein verklaren.
-
38
|Levítico 13:38|
Verder als een man, of vrouw, aan het vel van hun vlees blaren zullen hebben, witte blaren;
-
39
|Levítico 13:39|
En de priester zal gemerkt hebben, dat, ziet, ingetrokken witte blaren in het vel van hun vlees zijn; het is een witte puist in het vel uitgebot, hij is rein.
-
40
|Levítico 13:40|
En als een man zijn hoofdhaar zal uitgevallen zijn, hij is kaal, hij is rein.
-
41
|Levítico 13:41|
En zo van de zijde zijns aangezichts het haar van zijn hoofd zal uitgevallen zijn, hij is bles, hij is rein.
-
42
|Levítico 13:42|
Maar zo in de kaalheid, of in de blesse, een witte roodachtige plaag is, dat is melaatsheid, uitbottende in zijn kaalheid, of in zijn blesse.
-
43
|Levítico 13:43|
Als de priester hem zal bezien hebben, dat, ziet, het gezwel van die plaag in zijn kaalheid, of blesse, wit roodachtig is, gelijk het aanzien der melaatsheid van het vel des vleses;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 8-10