-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Mateo 27:11|
En Jezus stond voor den stadhouder; en de stadhouder vraagde Hem, zeggende: Zijt Gij de Koning der Joden? En Jezus zeide tot hem: Gij zegt het.
-
12
|Mateo 27:12|
En als Hij van de overpriesters en de ouderlingen beschuldigd werd, antwoordde Hij niets.
-
13
|Mateo 27:13|
Toen zeide Pilatus tot Hem: Hoort Gij niet, hoevele zaken zij tegen U getuigen?
-
14
|Mateo 27:14|
Maar Hij antwoordde hem niet op een enig woord, alzo dat de stadhouder zich zeer verwonderde.
-
15
|Mateo 27:15|
En op het feest was de stadhouder gewoon den volke een gevangene los te laten, welke zij wilden.
-
16
|Mateo 27:16|
En zij hadden toen een welbekende gevangene, genaamd Bar-abbas.
-
17
|Mateo 27:17|
Als zij dan vergaderd waren, zeide Pilatus tot hen: Welken wilt gij, dat ik u zal loslaten, Bar-abbas, of Jezus, Die genaamd wordt Christus?
-
18
|Mateo 27:18|
Want hij wist, dat zij Hem door nijdigheid overgeleverd hadden.
-
19
|Mateo 27:19|
En als hij op de rechterstoel zat, zo heeft zijn huisvrouw tot hem gezonden, zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden in den droom om Zijnentwil.
-
20
|Mateo 27:20|
Maar de overpriesters en de ouderlingen hebben den scharen aangeraden, dat zij zouden Bar-abbas begeren, en Jezus doden.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Levítico 17-19