-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
31
|Nehemías 12:31|
Toen deed ik de vorsten van Juda opgaan op den muur; en ik stelde twee grote dankkoren en omgangen, een ter rechterhand op den muur, naar de Mistpoort toe.
-
32
|Nehemías 12:32|
En achter hen ging Hosaja, en de helft der vorsten van Juda.
-
33
|Nehemías 12:33|
En Azarja, Ezra, en Mesullam,
-
34
|Nehemías 12:34|
Juda, en Benjamin, en Semaja, en Jeremia;
-
35
|Nehemías 12:35|
En van de priesters kinderen met trompetten: Zecharja, de zoon van Jonathan, den zoon van Semaja, den zoon van Matthanja, den zoon van Michaja, den zoon van Zakkur, den zoon van Asaf;
-
36
|Nehemías 12:36|
En zijn broeders, Semaja, en Azareel, Milalai, Gilalai, Maai, Nethaneel, en Juda, Hanani, met muziekinstrumenten van David, den man Gods; en Ezra, de schriftgeleerde, ging voor hun aangezicht heen.
-
37
|Nehemías 12:37|
Voorts naar de Fonteinpoort, en tegen hen over, gingen zij op bij de trappen van Davids stad, door den opgang des muurs, boven Davids huis, tot aan de Waterpoort, tegen het oosten.
-
38
|Nehemías 12:38|
Het tweede dankkoor nu ging tegenover, en ik achter hetzelve, met de helft des volks, op den muur, van boven den Bakoventoren, tot aan den breden muur;
-
39
|Nehemías 12:39|
En van boven de poort van Efraim, en boven de Oude poort, en boven de Vispoort, en den toren Hananeel, en den toren Mea, tot aan de Schaapspoort, en zij bleven staan in de Gevangenpoort.
-
40
|Nehemías 12:40|
Daarna stonden de beide dankkoren in Gods huis; ook ik en de helft der overheden met mij.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Pedro 1-5