-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
9
|Nehemías 11:9|
En Joel, de zoon van Zichri, was opziener over hen; en Juda, de zoon van Senua, was de tweede over de stad.
-
10
|Nehemías 11:10|
Van de priesteren: Jedaja, de zoon van Jojarib, Jachin;
-
11
|Nehemías 11:11|
Seraja, de zoon van Hilkia, den zoon van Mesullam, den zoon van Zadok, den zoon van Merajoth, den zoon van Ahitub, was voorganger van Gods huis;
-
12
|Nehemías 11:12|
En hun broederen, die het werk in het huis deden, waren achthonderd twee en twintig. En Adaja, de zoon van Jeroham, den zoon van Pelalja, den zoon van Amzi, den zoon van Zacharja, den zoon van Pashur, den zoon van Malchia;
-
13
|Nehemías 11:13|
En zijn broederen, hoofden der vaderen, waren tweehonderd twee en veertig. En Amassai, de zoon van Azareel, den zoon van Achzai, den zoon van Mesillemoth, den zoon van Immer;
-
14
|Nehemías 11:14|
En hun broederen, dappere helden, waren honderd acht en twintig; en opziener over hen was Zabdiel, de zoon van Gedolim.
-
15
|Nehemías 11:15|
En van de Levieten: Semaja, de zoon van Hassub, den zoon van Azrikam, den zoon van Hasabja, den zoon van Buni.
-
16
|Nehemías 11:16|
En Sabbethai, en Jozabad, van de hoofden der Levieten, waren over het buitenwerk van het huis Gods.
-
17
|Nehemías 11:17|
En Matthanja, de zoon van Micha, den zoon van Zabdi, den zoon van Asaf, was het hoofd, die de dankzegging begon in het gebed, en Bakbukja was de tweede van zijn broederen; en Abda, de zoon van Sammua, den zoon van Galal, den zoon van Jeduthun.
-
18
|Nehemías 11:18|
Al de Levieten in de heilige stad waren tweehonderd vier en tachtig.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Pedro 1-3