- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									21
									 
									 
									|Números 10:21|
									Toen togen op de Kohathieten, dragende het heiligdom; en de anderen richtten den tabernakel op, tegen dat dezen kwamen.									
									    
								 
- 
									
									22
									 
									 
									|Números 10:22|
									Daarna toog op de banier van het leger der kinderen van Efraim, naar hun heiren; en over het heir was Elisama, de zoon van Ammihud.									
									    
								 
- 
									
									23
									 
									 
									|Números 10:23|
									En over het heir van den stam der kinderen van Manasse was Gamaliel, de zoon van Pedazur.									
									    
								 
- 
									
									24
									 
									 
									|Números 10:24|
									En over het heir van den stam der kinderen van Benjamin was Abidan, de zoon van Gideoni.									
									    
								 
- 
									
									25
									 
									 
									|Números 10:25|
									Toen toog op de banier van het leger der kinderen van Dan, samensluitende al de legers, naar hun heiren; en over zijn heir was Ahiezer de zoon van Ammisaddai.									
									    
								 
- 
									
									26
									 
									 
									|Números 10:26|
									En over het heir van den stam der kinderen van Aser was Pagiel, de zoon van Ochran.									
									    
								 
- 
									
									27
									 
									 
									|Números 10:27|
									En over het heir van den stam der kinderen van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan.									
									    
								 
- 
									
									28
									 
									 
									|Números 10:28|
									Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.									
									    
								 
- 
									
									29
									 
									 
									|Números 10:29|
									Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel, den Midianiet, den schoonvader van Mozes: Wij reizen naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven; ga met ons, en wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israel het goede gesproken.									
									    
								 
- 
									
									30
									 
									 
									|Números 10:30|
									Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar ik zal naar mijn land en naar mijn maagschap gaan.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18