- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									11
									 
									 
									|Números 11:11|
									En Mozes zeide tot de HEERE: Waarom hebt Gij aan Uw knecht kwalijk gedaan, en waarom heb ik geen genade in Uw ogen gevonden, dat Gij den last van dit ganse volk op mij legt?									
									    
								 
- 
									
									12
									 
									 
									|Números 11:12|
									Heb ik dan al dit volk ontvangen? heb ik het gebaard? dat Gij tot mij zoudt zeggen: Draag het in uw schoot, gelijk als een voedstervader den zuigeling draagt, tot dat land, hetwelk Gij hun vaderen gezworen hebt?									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Números 11:13|
									Van waar zou ik het vlees hebben, om al dit volk te geven? Want zij wenen tegen mij, zeggende: Geef ons vlees, dat wij eten!									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Números 11:14|
									Ik alleen kan al dit volk niet dragen; want het is mij te zwaar!									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Números 11:15|
									En indien Gij alzo aan mij doet, dood mij toch slechts, indien ik genade in Uw ogen gevonden heb; en laat mij mijn ongeluk niet aanzien!									
									    
								 
- 
									
									16
									 
									 
									|Números 11:16|
									En de HEERE zeide tot Mozes: Verzamel Mij zeventig mannen uit de oudsten van Israel, dewelke gij weet, dat zij de oudsten des volks en deszelfs ambtlieden zijn; en gij zult hen brengen voor de tent der samenkomst, en zij zullen zich daar bij u stellen.									
									    
								 
- 
									
									17
									 
									 
									|Números 11:17|
									Zo zal Ik afkomen en met u aldaar spreken; en van den Geest, die op u is, zal Ik afzonderen, en op hen leggen; en zij zullen met u den last van dit volk dragen, opdat gij dien alleen niet draagt.									
									    
								 
- 
									
									18
									 
									 
									|Números 11:18|
									En tot het volk zult gij zeggen: Heiligt u tegen morgen, en gij zult vlees eten; want gij hebt voor de oren des HEEREN geweend, zeggende: Wie zal ons vlees te eten geven? want het ging ons wel in Egypte! Daarom zal de HEERE u vlees geven, en gij zult eten.									
									    
								 
- 
									
									19
									 
									 
									|Números 11:19|
									Gij zult niet een dag, noch twee dagen eten, noch vijf dagen, noch tien dagen, noch twintig dagen;									
									    
								 
- 
									
									20
									 
									 
									|Números 11:20|
									Tot een gehele maand toe, totdat het uit uw neus uitga, en u tot walging zij; overmits gij den HEERE, Die in het midden van u is, verworpen hebt, en hebt voor Zijn aangezicht geweend, zeggende: Waarom nu zijn wij uit Egypte getogen?									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18