-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling -
-
11
|Números 21:11|
Daarna reisden zij van Oboth, en legerden zich aan de heuvelen van Abarim in de woestijn, die tegenover Moab is, tegen den opgang der zon.
-
12
|Números 21:12|
Van daar reisden zij, en legerden zich bij de beek Zered.
-
13
|Números 21:13|
Van daar reisden zij, en legerden zich aan deze zijde van de Arnon, welke in de woestijn is, uitgaande uit de landpalen der Amorieten; want de Arnon is de landpale van Moab, tussen Moab en tussen de Amorieten.
-
14
|Números 21:14|
(Daarom wordt gezegd in het boek van de oorlogen des HEEREN: Tegen Waheb, in een wervelwind, en tegen de beken Arnon,
-
15
|Números 21:15|
En den afloop der beken, die zich naar de gelegenheid van Ar wendt, en leent aan de landpale van Moab.)
-
16
|Números 21:16|
En van daar reisden zij naar Beer. Dit is de put, van welken de HEERE tot Mozes zeide: Verzamel het volk, zo zal Ik hun water geven.
-
17
|Números 21:17|
(Toen zong Israel dit lied: Spring op, gij put, zingt daarvan bij beurte!
-
18
|Números 21:18|
Gij put, dien de vorsten gegraven hebben, dien de edelen des volks gedolven hebben, door den wetgever, met hun staven.) En van de woestijn reisden zij naar Mattana;
-
19
|Números 21:19|
En van Mattana tot Nahaliel; en van Nahaliel tot Bamoth;
-
20
|Números 21:20|
En van Bamoth tot het dal, dat in het veld van Moab is, aan de hoogte van Pisga, en dat tegen de wildernis ziet.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Job 35-37