-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
27
|Números 10:27|
En over het heir van den stam der kinderen van Nafthali was Ahira, de zoon van Enan.
-
28
|Números 10:28|
Dit waren de tochten der kinderen Israels, naar hun heiren, als zij reisden.
-
29
|Números 10:29|
Mozes nu zeide tot Hobab, den zoon van Rehuel, den Midianiet, den schoonvader van Mozes: Wij reizen naar die plaats, van welke de HEERE gezegd heeft: Ik zal u die geven; ga met ons, en wij zullen u weldoen, want de HEERE heeft over Israel het goede gesproken.
-
30
|Números 10:30|
Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan; maar ik zal naar mijn land en naar mijn maagschap gaan.
-
31
|Números 10:31|
En hij zeide: Verlaat ons toch niet; want dewijl gij weet, dat wij ons legeren in de woestijn, zo zult gij ons tot ogen zijn.
-
32
|Números 10:32|
En het zal geschieden, als gij met ons zult gaan, en het goede geschieden zal, waarmede de HEERE bij ons weldoen zal, dat wij u ook weldoen zullen.
-
33
|Números 10:33|
Zo togen zij drie dagreizen van den berg des HEEREN; en de ark des verbonds des HEEREN reisde voor hun aangezicht drie dagreizen, om voor hen een rustplaats uit te speuren.
-
34
|Números 10:34|
En de wolk des HEEREN was des daags over hen, als zij uit het leger verreisden.
-
35
|Números 10:35|
Het geschiedde nu in het optrekken van de ark, dat Mozes zeide: Sta op, HEERE! en laat Uw vijanden verstrooid worden, en Uw haters van Uw aangezicht vlieden!
-
36
|Números 10:36|
En als zij rustte, zeide hij: Kom weder, HEERE! tot de tien duizenden der duizenden van Israel!
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 8-10