- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									13
									 
									 
									|Sofonías 2:13|
									Hij zal ook Zijn hand uitstrekken tegen het Noorden, en Hij zal Assur verdoen; en Hij zal Nineve stellen tot een verwoesting, droog als een woestijn.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Sofonías 2:14|
									En in het midden van haar zullen den kudden legeren, al het gedierte der volken; ook de roerdomp, ook de nachtuil zullen op haar granaatappelen vernachten; een stem zal in het venster zingen, verwoesting zal in den dorpel zijn, als Hij haar cederwerk zal ontbloot hebben.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Sofonías 2:15|
									Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.									
									    
								 
- 
									
									1
									 
									 
									|Sofonías 3:1|
									Wee der ijselijke, en der bevlekte, der verdrukkende stad!									
									    
								 
- 
									
									2
									 
									 
									|Sofonías 3:2|
									Zij hoort naar de stem niet; zij neemt de tucht niet aan; zij vertrouwt niet op den HEERE; tot haar God nadert zij niet.									
									    
								 
- 
									
									3
									 
									 
									|Sofonías 3:3|
									Haar vorsten zijn brullende leeuwen in het midden van haar; haar rechters zijn avondwolven, die de beenderen niet breken tot aan den morgen.									
									    
								 
- 
									
									4
									 
									 
									|Sofonías 3:4|
									Haar profeten zijn lichtvaardig, gans trouweloze mannen; haar priesters verontreinigen het heilige, zij doen der wet geweld aan.									
									    
								 
- 
									
									5
									 
									 
									|Sofonías 3:5|
									De rechtvaardige HEERE is in het midden van haar, Hij doet geen onrecht; allen morgen geeft Hij Zijn recht in het licht, er ontbreekt niet; doch de verkeerde weet van geen schaamte.									
									    
								 
- 
									
									6
									 
									 
									|Sofonías 3:6|
									Ik heb de heidenen uitgeroeid, hun hoeken zijn verwoest, Ik heb hun straten eenzaam gemaakt, dat niemand daardoor gaat; hun steden zijn verstoord, zodat er niemand is, dat er geen inwoner is.									
									    
								 
- 
									
									7
									 
									 
									|Sofonías 3:7|
									Ik zeide: Immers zult gij Mij vrezen, gij zult de tucht aannemen, opdat haar woning niet uitgeroeid zou worden; al wat Ik haar bezocht hebbe, waarlijk, zij hebben zich vroeg opgemaakt, zij hebben al hun handelingen verdorven.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18