-
-
Dutch Staten Vertaling -
-
10
|Santiago 4:10|
Vernedert u voor den Heere, en Hij zal u verhogen.
-
11
|Santiago 4:11|
Broeders, spreekt niet kwalijk van elkander. Die van zijn broeder kwalijk spreekt en zijn broeder oordeelt, die spreekt kwalijk van de wet, en oordeelt de wet. Indien gij nu de wet oordeelt, zo zijt gij geen dader der wet, maar een rechter.
-
12
|Santiago 4:12|
Er is een enig Wetgever, Die behouden kan en verderven. Doch wie zijt gij, die een anderen oordeelt?
-
13
|Santiago 4:13|
Welaan nu gij, die daar zegt: Wij zullen heden of morgen naar zulk een stad reizen, en aldaar een jaar doorbrengen, en koopmanschap drijven, en winst doen.
-
14
|Santiago 4:14|
Gij, die niet weet, wat morgen geschieden zal, want hoedanig is uw leven? Want het is een damp, die voor een weinig tijds gezien wordt, en daarna verdwijnt.
-
15
|Santiago 4:15|
In plaats dat gij zoudt zeggen: Indien de Heere wil, en wij leven zullen, zo zullen wij dit of dat doen.
-
16
|Santiago 4:16|
Maar nu roemt gij in uw hoogmoed; alle zodanige roem is boos.
-
17
|Santiago 4:17|
Wie dan weet goed te doen, en niet doet, dien is het zonde.
-
1
|Santiago 5:1|
Welaan nu, gij rijken, weent en huilt over uw ellendigheden, die over u komen.
-
2
|Santiago 5:2|
Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Job 32-34