-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
11
|Tito 1:11|
Welken men moet den mond stoppen, die gehele huizen verkeren, lerende wat niet behoort, om vuil gewins wil.
-
12
|Tito 1:12|
Een uit hen, zijnde hun eigen profeet, heeft gezegd: De Kretensen zijn altijd leugenachtig, kwade beesten, luie buiken.
-
13
|Tito 1:13|
Deze getuigenis is waar. Daarom bestraf hen scherpelijk, opdat zij gezond mogen zijn in het geloof.
-
14
|Tito 1:14|
En zich niet begeven tot Joodse fabelen, en geboden der mensen, die hen van de waarheid afkeren.
-
15
|Tito 1:15|
Alle dingen zijn wel rein den reinen, maar den bevlekten en ongelovigen is geen ding rein, maar beide hun verstand en geweten zijn bevlekt.
-
16
|Tito 1:16|
Zij belijden, dat zij God kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij gruwelijk zijn en ongehoorzaam, en tot alle goed werk ongeschikt.
-
1
|Tito 2:1|
Doch gij, spreek hetgeen der gezonde leer betaamt.
-
2
|Tito 2:2|
Dat de oude mannen nuchter zijn, stemmig, voorzichtig, gezond in het geloof, in de liefde, in de lijdzaamheid.
-
3
|Tito 2:3|
De oude vrouwen insgelijks, dat zij in haar dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteraarsters zijn, zich niet tot veel wijns begevende, maar leraressen zijn van het goede;
-
4
|Tito 2:4|
Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar mannen lief te hebben, haar kinderen lief te hebben;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Números 17-19