- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									12
									 
									 
									|Zacarías 6:12|
									En spreek tot hem, zeggende: Alzo spreekt de HEERE der heirscharen, zeggende: Ziet, een Man, Wiens naam is SPRUITE, Die zal uit Zijn plaats spruiten, en Hij zal des HEEREN tempel bouwen.									
									    
								 
- 
									
									13
									 
									 
									|Zacarías 6:13|
									Ja, Hij zal den tempel des HEEREN bouwen, en Hij zal het sieraad dragen, en Hij zal zitten, en heersen op Zijn troon; en Hij zal priester zijn op Zijn troon; en de raad des vredes zal tussen die Beiden wezen.									
									    
								 
- 
									
									14
									 
									 
									|Zacarías 6:14|
									En die kronen zullen wezen voor Chelem, en voor Tobia, en voor Jedaja, en voor Chen, den zoon van Zefanja, tot een gedachtenis in den tempel des HEEREN.									
									    
								 
- 
									
									15
									 
									 
									|Zacarías 6:15|
									En die verre zijn, zullen komen, en zullen bouwen in den tempel des HEEREN, en gijlieden zult weten, dat de HEERE der heirscharen mij tot u gezonden heeft. Dit zal geschieden, indien gij vlijtiglijk zult horen naar de stem des HEEREN, uws Gods.									
									    
								 
- 
									
									1
									 
									 
									|Zacarías 7:1|
									Het gebeurde nu in het vierde jaar van den koning Darius, dat het woord des HEEREN geschiedde tot Zacharia, op den vierden der negende maand, namelijk in Chisleu.									
									    
								 
- 
									
									2
									 
									 
									|Zacarías 7:2|
									Toen men naar het huis van God gezonden had Sarezer, en Regem-Melech, en zijn mannen, om het aangezicht des HEEREN te smeken;									
									    
								 
- 
									
									3
									 
									 
									|Zacarías 7:3|
									Zeggende tot de priesters, die in het huis des HEEREN der heirscharen waren, en tot de profeten, zeggende: Moet ik wenen in de vijfde maand, mij afzonderende, gelijk als ik gedaan heb nu zo vele jaren?									
									    
								 
- 
									
									4
									 
									 
									|Zacarías 7:4|
									Toen geschiedde het woord des HEEREN der heirscharen tot mij, zeggende:									
									    
								 
- 
									
									5
									 
									 
									|Zacarías 7:5|
									Spreek tot het ganse volk dezes lands, en tot de priesters, zeggende: Toen gij vasttet en rouwklaagdet, in de vijfde en in de zevende maand, namelijk nu zeventig jaren, hebt gijlieden Mij, Mij enigszins gevast?									
									    
								 
- 
									
									6
									 
									 
									|Zacarías 7:6|
									Of als gij at, en als gij dronkt, waart gij het niet, die daar at, en gij, die daar dronkt?									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18