-
-
Dutch Staten Vertaling -
-
36
|Esdras 8:36|
Daarna gaven zij de wetten des konings aan des konings stadhouders en landvoogden aan deze zijde der rivier; en zij bevorderden het volk en het huis Gods.
-
1
|Esdras 9:1|
Als nu deze dingen voleind waren, traden de vorsten tot mij toe, zeggende: Het volk Israels, en de priesters, en de Levieten, zijn niet afgezonderd van de volken dezer landen, naar hun gruwelen, namelijk van de Kanaanieten, de Hethieten, de Ferezieten, de Jebusieten, de Ammonieten, de Moabieten, de Egyptenaren en Amorieten.
-
2
|Esdras 9:2|
Want zij hebben van hun dochteren genomen voor zichzelven en voor hun zonen, zodat zich vermengd hebben het heilig zaad met de volken dezer landen; ja, de hand der vorsten en overheden is de eerste geweest in deze overtreding.
-
3
|Esdras 9:3|
Als ik nu deze zaak hoorde, scheurde ik mijn kleed en mijn mantel; en ik trok van het haar mijns hoofds en mijns baards uit, en zat verbaasd neder.
-
4
|Esdras 9:4|
Toen verzamelden zich tot mij allen, die voor de woorden van den God Israels beefden, om de overtreding der weggevoerden; doch ik bleef verbaasd zitten tot aan het avondoffer.
-
5
|Esdras 9:5|
En omtrent het avondoffer stond ik op uit mijn bedruktheid, als ik nu mijn kleed en mijn mantel gescheurd had; en ik boog mij op mijn knieen, en breidde mijn handen uit tot den HEERE, mijn God.
-
6
|Esdras 9:6|
En ik zeide: Mijn God, ik ben beschaamd en schaamrood, om mijn aangezicht tot U op te heffen, mijn God; want onze ongerechtigheden zijn vermenigvuldigd tot boven ons hoofd, en onze schuld is groot geworden tot aan den hemel.
-
7
|Esdras 9:7|
Van de dagen onzer vaderen af zijn wij in grote schuld tot op dezen dag; en wij zijn om onze ongerechtigheden overgegeven, wij, onze koningen en onze priesters, in de hand van de koningen der landen, in zwaard, in gevangenis, en in roof, en in schaamte des aangezichts, gelijk het is te dezen dage.
-
8
|Esdras 9:8|
En nu is er, als een klein ogenblik, een genade geschied van den HEERE, onzen God, om ons een ontkoming over te laten, en ons een nagel te geven in Zijn heilige plaats, om onze ogen te verlichten, o onze God, en om ons een weinig levens te geven in onze dienstbaarheid.
-
9
|Esdras 9:9|
Want wij zijn knechten; doch in onze dienstbaarheid heeft ons onze God niet verlaten; maar Hij heeft weldadigheid tot ons geneigd voor het aangezicht der koningen van Perzie, dat Hij ons een weinig levens gave, om het huis onzes Gods te verhogen, en de woestigheden van hetzelve op te richten, en om ons een tuin te geven in Juda en te Jeruzalem.
-
-
Sugestões

Clique para ler Atos 10-12
08 de novembro LAB 678
ESTÊVÃO
Atos 07-09
O destaque da leitura de hoje vai ficar com Estevão, um personagem bíblico de marco histórico. Digo “de marco histórico”, porque a morte de Estevão é um dos pontos de identificação das datas que estruturam a cronologia da profecia dos 2300 tardes e manhãs, de Daniel 8:14. Se quiser estudar mais sobre isto, veja o livro Nisto Cremos, da Casa Publicadora Brasileira.
Mas além de ter sido uma referência na História, Estevão foi uma grande personalidade do cristianismo, que merece sim, um pouco da nossa atenção. De acordo com o que podemos ver em Atos 6:5; 7:59; 8:2; 11:19; e 22:20; ele foi um dos sete diáconos da igreja primitiva. Há teólogos que lhe dão o título de “Um Negociante Cheio do Espírito”. Eleito para supervisionar a distribuição da ajuda (Atos 6:5), Estevão ultrapassou as limitações de sua tarefa e chegou a ser um pregador poderoso (Atos 7).
Dentre as importantes qualidades de Estevão, podemos destacar que ele foi um homem cheio de algumas virtudes como: a) Fé (Atos 6:5); b) Presença do Espírito Santo (Atos 6:5); c) Sabedoria (Atos 6:3-10); d) Poder (Atos 6:8); e) Luz (Atos 6:15); f)Visão (Atos 7:55-56); e, do maior de todos os dons, g) Amor (Atos 7:60).
Os cristãos lembram-se muito de Estevão por Ele ter sido um mártir da fé cristã(Atos 7:56). O primeiro, após a ascensão do Senhor Jesus Cristo. Remonta-se a isto o fato de que (acreditamos nisso pela tradição) Estevão seja, com quase certeza, um dos setenta escolhidos e enviados pelo Senhor em Lucas 10:1-10, e que O acompanhou sempre, a partir do batismo de João (Atos 1:21-22). Podemos concluir isso, devido ao fato de ele exercer dons atribuídos exclusivamente aos apóstolos e estes homens (Atos 6:8). Logo, por causa da atividade cristã de Estevão havia homens que se colocavam contra ele. Não conseguiam derrotá-lo em nenhum tipo de discussão, pois estava cheio do Espírito Santo e da sabedoria espiritual. Então, contrataram homens perversos e desonestos para dizer mentiras sobre ele, levaram-no perante o conselho e o acusaram de blasfêmia contra Deus e contra Moisés. Por fim, seu ministério póstumo foi maior do que sua contribuição em vida.
Já passou para pensar nisto? Você não tem como imaginar a mensuração do tamanho que a cauda da sua influência pode atingir. Crescimento absurdo, porém relevante!
Valdeci Júnior
Fátima Silva