-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
17
|1 Crónicas 2:17|
En Abigail baarde Amasa; en de vader van Amasa was Jether, een Ismaeliet.
-
18
|1 Crónicas 2:18|
Kaleb nu, de zoon van Hezron, gewon kinderen uit Azuba, zijn vrouw, en uit Jerioth. En de zonen van deze zijn: Jeser, en Sobab, en Ardon.
-
19
|1 Crónicas 2:19|
Als nu Azuba gestorven was, zo nam zich Kaleb Efrath, die baarde hem Hur.
-
20
|1 Crónicas 2:20|
En Hur gewon Uri, en Uri gewon Bezaleel.
-
21
|1 Crónicas 2:21|
Daarna ging Hezron in tot de dochter van Machir, den vader van Gilead, en hij nam ze, toen hij zestig jaren oud was; en zij baarde hem Segub.
-
22
|1 Crónicas 2:22|
Segub nu gewon Jair; en hij had drie en twintig steden in het land van Gilead.
-
23
|1 Crónicas 2:23|
En hij nam Gesur en Aram, met de vlekken van Jair, van dezelve, met Kenath, en haar onderhorige plaatsen, zestig steden. Deze allen zijn zonen van Machir, den vader van Gilead.
-
24
|1 Crónicas 2:24|
En na den dood van Hezron, in Kaleb-Efratha, heeft Abia, Hezrons huisvrouw, hem ook gebaard Aschur, de vader van Thekoa.
-
25
|1 Crónicas 2:25|
De kinderen van Jerahmeel nu, den eerstgeborene van Hezron, waren deze: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem en Ahia.
-
26
|1 Crónicas 2:26|
Jerahmeel had nog een andere vrouw, welker naam was Atara; zij was de moeder van Onam.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer Deuteronomio 29-31