-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
8
|2 Crónicas 30:8|
Verhardt nu ulieder nek niet, gelijk uw vaderen; geeft den HEERE de hand, en komt tot Zijn heiligdom, hetwelk Hij geheiligd heeft tot in eeuwigheid, en dient den HEERE, uw God; zo zal de hitte Zijns toorns van u afkeren.
-
9
|2 Crónicas 30:9|
Want als gij u bekeert tot den HEERE, zullen uw broederen en uw kinderen barmhartigheid vinden voor het aangezicht dergenen, die hen gevangen hebben, zodat zij in dit land zullen wederkomen; want de HEERE, uw God, is genadig en barmhartig, en zal het aangezicht van u niet afwenden, zo gij u tot Hem bekeert.
-
10
|2 Crónicas 30:10|
Zo gingen de lopers door, van stad tot stad, door het land van Efraim en Manasse, tot Zebulon toe; doch zij belachten hen, en bespotten hen.
-
11
|2 Crónicas 30:11|
Evenwel verootmoedigden zich sommigen van Aser, en Manasse, en van Zebulon, en kwamen te Jeruzalem.
-
12
|2 Crónicas 30:12|
Ook was de hand Gods in Juda, hun enerlei hart gevende, dat zij het gebod des konings en der vorsten deden, naar het woord des HEEREN.
-
13
|2 Crónicas 30:13|
En te Jeruzalem verzamelde zich veel volks, om het feest der ongezuurde broden te houden, in de tweede maand, een zeer grote gemeente.
-
14
|2 Crónicas 30:14|
En zij maakten zich op, en namen de altaren weg, die te Jeruzalem waren; daartoe namen zij alle rooktuig weg, hetwelk zij in de beek Kidron wierpen.
-
15
|2 Crónicas 30:15|
Toen slachtten zij het pascha, op den veertienden der tweede maand; en de priesters en de Levieten waren beschaamd geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen gebracht in het huis des HEEREN.
-
16
|2 Crónicas 30:16|
En zij stonden in hun stand, naar hun wijze, naar de wet van Mozes, den man Gods; de priesters sprengden het bloed, dat nemende uit de hand der Levieten.
-
17
|2 Crónicas 30:17|
Want een menigte was in die gemeente, die zich niet geheiligd hadden; daarom waren de Levieten over de slachting der paaslammeren, voor iedereen, die niet rein was, om die den HEERE te heiligen.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Pedro 1-5