-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
21
|2 Samuel 13:21|
Als de koning David al deze dingen hoorde, zo ontstak hij zeer.
-
22
|2 Samuel 13:22|
Doch Absalom sprak niet met Amnon, noch kwaad noch goed; maar Absalom haatte Amnon, ter oorzake dat hij zijn zuster Thamar verkracht had.
-
23
|2 Samuel 13:23|
En het geschiedde, na twee volle jaren, dat Absalom, schaaps scheerders had te Baal-Hazor, dat bij Efraim is; zo nodigde Absalom al des konings zonen.
-
24
|2 Samuel 13:24|
En Absalom kwam tot den koning, en zeide: Zie, nu heeft uw knecht schaaps scheerders; dat toch de koning en zijn knechten met uw knecht gaan.
-
25
|2 Samuel 13:25|
Maar de koning zeide tot Absalom: Niet, mijn zoon, laat ons toch niet al te zamen gaan, opdat wij u niet bezwaarlijk zijn; en hij hield bij hem aan, doch hij wilde niet gaan, maar zegende hem.
-
26
|2 Samuel 13:26|
Toen zeide Absalom: Zo niet, laat toch mijn broeder Amnon met ons gaan. Maar de koning zeide tot hem: Waarom zou hij met u gaan?
-
27
|2 Samuel 13:27|
Als Absalom bij hem aanhield, zo liet hij Amnon en al des konings zonen met hem gaan.
-
28
|2 Samuel 13:28|
Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn, en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden; vreest niet; is het niet, omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper.
-
29
|2 Samuel 13:29|
En Absaloms jongens deden aan Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen des konings op, en reden een iegelijk op zijn muildier, en vloden.
-
30
|2 Samuel 13:30|
En het geschiedde, als zij op den weg waren, dat het gerucht tot David kwam, dat men zeide: Absalom heeft al de zonen des konings geslagen, en er is niet een van hen overgelaten.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 5-7