- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									31
									 
									 
									|2 Samuel 13:31|
									Toen stond de koning op, en scheurde zijn klederen, en legde zich neder ter aarde; desgelijks stonden al zijn knechten met gescheurde klederen.									
									    
								 
- 
									
									32
									 
									 
									|2 Samuel 13:32|
									Maar Jonadab, de zoon van Simea, Davids broeder, antwoordde en zeide: Mijn heer zegge niet, dat zij al de jongelingen, des konings zonen, gedood hebben; maar Amnon alleen is dood; want bij Absalom is er op toegelegd, van den dag af, dat hij zijn zuster Thamar verkracht heeft.									
									    
								 
- 
									
									33
									 
									 
									|2 Samuel 13:33|
									Zo neme nu mijn heer de koning de zaak niet in zijn hart, denkende: al des konings zonen zijn dood; want Amnon alleen is dood.									
									    
								 
- 
									
									34
									 
									 
									|2 Samuel 13:34|
									Absalom nu vluchtte; en de jongen, die de wacht hield, hief zijn ogen op, en zag toe, en ziet, er kwam veel volks van den weg achter hem, aan de zijde van het gebergte.									
									    
								 
- 
									
									35
									 
									 
									|2 Samuel 13:35|
									Toen zeide Jonadab tot den koning: Zie, de zonen des konings komen; naar het woord uws knechts, alzo is het geschied.									
									    
								 
- 
									
									36
									 
									 
									|2 Samuel 13:36|
									En het geschiedde, als hij geeindigd had te spreken, ziet, zo kwamen de zonen des konings, en hieven hun stemmen op en weenden; en de koning ook en al zijn knechten weenden met een zeer groot geween.									
									    
								 
- 
									
									37
									 
									 
									|2 Samuel 13:37|
									(Absalom dan vluchtte, en toog tot Thalmai, den zoon van Ammihur, koning van Gesur.) En hij droeg rouw over zijn zoon, al die dagen.									
									    
								 
- 
									
									38
									 
									 
									|2 Samuel 13:38|
									Alzo vluchtte Absalom, en toog naar Gesur; en hij was aldaar drie jaren.									
									    
								 
- 
									
									39
									 
									 
									|2 Samuel 13:39|
									Toen verlangde de ziel van den koning David zeer om naar Absalom uit te trekken; want hij had zich getroost over Amnon, dat hij dood was.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18