- 
			
				
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									21
									 
									 
									|2 Samuel 18:21|
									En Joab zeide tot Cuschi: Ga heen, en zeg den koning aan, wat gij gezien hebt; en Cuschi boog zich voor Joab, en liep heen.									
									    
								 
- 
									
									22
									 
									 
									|2 Samuel 18:22|
									Doch Ahimaaz, Zadoks zoon, voer nog voort en zeide tot Joab: Wat het ook zij, laat mij toch ook Cuschi achterna lopen. En Joab zeide: Waarom zoudt gij nu heenlopen, mijn zoon! Zo gij toch geen bekwame boodschap hebt?									
									    
								 
- 
									
									23
									 
									 
									|2 Samuel 18:23|
									Wat het ook zij, zeide hij, laat mij heenlopen; zo zeide hij tot hem: Loop heen. En Ahimaaz liep den weg van het effen veld, en kwam Cuschi voorbij.									
									    
								 
- 
									
									24
									 
									 
									|2 Samuel 18:24|
									David nu zat tussen de twee poorten; en de wachter ging op het dak der poort aan den muur, en hief zijn ogen op, en zag, en ziet, er liep een man alleen.									
									    
								 
- 
									
									25
									 
									 
									|2 Samuel 18:25|
									Zo riep de wachter, en zeide het den koning aan; en de koning zeide: Indien hij alleen is, zo is er een boodschap in zijn mond; en hij ging al voort en naderde.									
									    
								 
- 
									
									26
									 
									 
									|2 Samuel 18:26|
									Toen zag de wachter een anderen man lopende, en de wachter riep tot den poortier en zeide: Zie, er loopt nog een man alleen. Toen zeide de koning: Die is ook een boodschapper.									
									    
								 
- 
									
									27
									 
									 
									|2 Samuel 18:27|
									Voorts zeide de wachter: Ik zie den loop des eersten aan, als den loop van Ahimaaz, Zadoks zoon. Toen zeide de koning: Dat is een goed man, en hij zal met een goede boodschap komen.									
									    
								 
- 
									
									28
									 
									 
									|2 Samuel 18:28|
									Ahimaaz dan riep en zeide tot den koning Vrede! En hij boog zich voor den koning met het aangezicht ter aarde, en hij zeide: Geloofd zij de HEERE, uw God, Die de mannen, dewelke hun hand tegen mijn heer den koning ophieven, heeft overgegeven.									
									    
								 
- 
									
									29
									 
									 
									|2 Samuel 18:29|
									Toen zeide de koning: Is het wel met den jongeling, met Absalom? En Ahimaaz zeide: Ik zag een groot rumoer, als Joab, den knecht des konings, en mij uw knecht afzond, maar ik weet niet wat.									
									    
								 
- 
									
									30
									 
									 
									|2 Samuel 18:30|
									En de koning zeide: Ga om, stel u hier; zo ging hij om, en bleef staan.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 14-15