-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
14
|2 Samuel 8:14|
En hij legde bezettingen in Edom; in gans Edom legde hij bezettingen; en alle Edomieten werden David tot knechten; en de HEERE behoedde David overal, waar hij heentoog.
-
15
|2 Samuel 8:15|
Alzo regeerde David over gans Israel, en David deed aan zijn ganse volk recht en gerechtigheid.
-
16
|2 Samuel 8:16|
Joab nu, de zoon van Zeruja, was over het heir; en Josafat, zoon van Achilud, was kanselier.
-
17
|2 Samuel 8:17|
En Zadok, zoon van Ahitub, en Achimelech, zoon van Abjathar, waren priesters; en Seraja was schrijver.
-
18
|2 Samuel 8:18|
Er was ook Benaja, zoon van Jojada, met de Krethi en de Plethi; maar Davids zonen waren prinsen.
-
1
|2 Samuel 9:1|
En David zeide: Is er nog iemand die overgebleven is van het huis van Saul, dat ik weldadigheid aan hem doe, om Jonathans wil?
-
2
|2 Samuel 9:2|
Het huis van Saul nu had een knecht, wiens naam was Ziba; en zij riepen hem tot David. En de koning zeide tot hem: Zijt gij Ziba? En hij zeide: Uw knecht.
-
3
|2 Samuel 9:3|
En de koning zeide: Is er nog iemand van het huis van Saul, dat ik Gods weldadigheid bij hem doe? Toen zeide Ziba tot den koning: Er is nog een zoon van Jonathan, die geslagen is aan beide voeten.
-
4
|2 Samuel 9:4|
En de koning zeide tot hem: Waar is hij? En Ziba zeide tot den koning: Zie, hij is in het huis van Machir, den zoon van Ammiel, te Lodebar.
-
5
|2 Samuel 9:5|
Toen zond de koning David heen, en hij nam hem uit het huis van Machir, den zoon van Ammiel, van Lodebar.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13