-
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
19
|2 Samuel 20:19|
Ik ben een van de vreedzamen, van de getrouwen in Israel, en gij zoekt te doden een stad, die een moeder is in Israel; waarom zoudt gij het erfdeel des HEEREN verslinden?
-
20
|2 Samuel 20:20|
Toen antwoordde Joab, en zeide: Het zij verre, het zij verre van mij, dat ik zou verslinden, en dat ik zou verderven.
-
21
|2 Samuel 20:21|
De zaak is niet alzo; maar een man van het gebergte van Efraim, wiens naam is Seba, de zoon van Bichri, heeft zijn hand opgeheven tegen den koning, tegen David; lever hem alleen, zo zal ik van deze stad aftrekken. Toen zeide de vrouw tot Joab: Zie, zijn hoofd zal tot u over den muur geworpen worden.
-
22
|2 Samuel 20:22|
En de vrouw kwam in tot al het volk, met haar wijsheid; en zij hieuwen Seba, den zoon van Bichri, het hoofd af, en wierpen het tot Joab. Toen blies hij met de bazuin, en zij verstrooiden zich van de stad, een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar Jeruzalem tot den koning.
-
23
|2 Samuel 20:23|
Joab nu was over het ganse heir van Israel; en Benaja, de zoon van Jojada, over de Krethi en over de Plethi;
-
24
|2 Samuel 20:24|
En Adoram was over de schatting; en Josafat, de zoon van Ahilud, was kanselier;
-
25
|2 Samuel 20:25|
En Seja was schrijver; en Zadok en Abjathar waren priesters.
-
26
|2 Samuel 20:26|
En ook was Ira, de Jairiet, Davids opperofficier.
-
1
|2 Samuel 21:1|
En er was in Davids dagen een honger, drie jaren, jaar achter jaar; en David zocht het aangezicht des HEEREN. En de HEERE zeide: Het is om Saul en om des bloedhuizes wil, omdat hij de Gibeonieten gedood heeft.
-
2
|2 Samuel 21:2|
Toen riep de koning de Gibeonieten, en zeide tot hen: (De Gibeonieten nu waren niet van de kinderen Israels, maar van het overblijfsel der Amorieten; en de kinderen Israels hadden hun gezworen, maar Saul zocht hen te slaan in zijn ijver voor de kinderen van Israel en Juda.)
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13