- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									29
									 
									 
									|Hechos 27:29|
									En vrezende, dat zij ergens op harde plaatsen vervallen mochten, wierpen zij vier ankers van het achterschip uit, en wensten, dat het dag werd.									
									    
								 
- 
									
									30
									 
									 
									|Hechos 27:30|
									Maar als de scheepslieden zochten uit het schip te vlieden, en de boot nederlieten in de zee, onder den schijn, alsof zij uit het voorschip de ankers zouden uitbrengen,									
									    
								 
- 
									
									31
									 
									 
									|Hechos 27:31|
									Zeide Paulus tot den hoofdman en tot de krijgsknechten: Indien dezen in het schip niet blijven, gij kunt niet behouden worden.									
									    
								 
- 
									
									32
									 
									 
									|Hechos 27:32|
									Toen hieuwen de krijgsknechten de touwen af van de boot, en lieten haar vallen.									
									    
								 
- 
									
									33
									 
									 
									|Hechos 27:33|
									En ondertussen dat het dag zou worden, vermaande Paulus hen allen, dat zij zouden spijze nemen, en zeide: Het is heden de veertiende dag, dat gij verwachtende blijft zonder eten, en niets hebt genomen.									
									    
								 
- 
									
									34
									 
									 
									|Hechos 27:34|
									Daarom vermaan ik u spijze te nemen, want dat dient tot uw behouding; want niemand van u zal een haar van het hoofd vallen.									
									    
								 
- 
									
									35
									 
									 
									|Hechos 27:35|
									En als hij dit gezegd had en brood genomen had, dankte hij God in aller tegenwoordigheid; en hetzelve gebroken hebbende, begon hij te eten.									
									    
								 
- 
									
									36
									 
									 
									|Hechos 27:36|
									En zij allen, goedsmoeds geworden zijnde, namen ook zelven spijze.									
									    
								 
- 
									
									37
									 
									 
									|Hechos 27:37|
									Wij waren nu in het schip in alles tweehonderd zes en zeventig zielen.									
									    
								 
- 
									
									38
									 
									 
									|Hechos 27:38|
									En als zij met spijze verzadigd waren, lichtten zij het schip, en wierpen het koren uit in de zee.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18