- 
			
				
Leer por capítulos:
- 
									
   Dutch Staten Vertaling									 - 
									
									 
- 
									
									39
									 
									 
									|Hechos 27:39|
									En toen het dag werd, kenden zij het land niet; maar zij merkten een zekeren inham, die een oever had, tegen denwelken zij geraden vonden, zo zij konden, het schip aan te zetten.									
									    
								 
- 
									
									40
									 
									 
									|Hechos 27:40|
									En als zij de ankers opgehaald hadden, gaven zij het schip aan de zee over, meteen de roerbanden losmakende; en het razeil naar den wind opgehaald hebbende, hielden zij het naar den oever toe.									
									    
								 
- 
									
									41
									 
									 
									|Hechos 27:41|
									Maar vervallende op een plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij het schip daarop; en het voorschip, vastzittende, bleef onbewegelijk, maar het achterschip brak van het geweld der baren.									
									    
								 
- 
									
									42
									 
									 
									|Hechos 27:42|
									De raadslag nu der krijgslieden was, dat zij de gevangenen zouden doden, opdat niemand, ontzwommen zijnde, zoude ontvlieden.									
									    
								 
- 
									
									43
									 
									 
									|Hechos 27:43|
									Maar de hoofdman, willen Paulus behouden, belette hun dat voornemen, en beval, dat degenen, die zwemmen konden, zich eerst zouden afwerpen, en te land komen;									
									    
								 
- 
									
									44
									 
									 
									|Hechos 27:44|
									En de anderen, sommigen op planken, en sommigen op enige stukken van het schip. En alzo is het geschied, dat zij allen behouden aan het land gekomen zijn.									
									    
								 
- 
									
									1
									 
									 
									|Hechos 28:1|
									En als zij ontkomen waren, toen verstonden zij, dat het eiland Melite heette.									
									    
								 
- 
									
									2
									 
									 
									|Hechos 28:2|
									En de barbaren bewezen ons geen gemene vriendelijkheid; want een groot vuur ontstoken hebbende, namen zij ons allen in, om den regen, die overkwam, en om de koude.									
									    
								 
- 
									
									3
									 
									 
									|Hechos 28:3|
									En als Paulus een hoop rijzen bijeengeraapt en op het vuur gelegd had, kwam er een adder uit door de hitte, en vatte zijn hand.									
									    
								 
- 
									
									4
									 
									 
									|Hechos 28:4|
									En als de barbaren het beest zagen aan zijn hand hangen, zeiden zij tot elkander: Deze mens is gewisselijk een doodslager, welken de wraak niet laat leven, daar hij uit de zee ontkomen is.									
									    
								 
 - 
									
 - 
				
Sugerencias
 

Haga clic para leer Juan 16-18