-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
7
|Génesis 8:7|
En hij liet een raaf uit, die dikwijls heen en weder ging, totdat de wateren van boven de aarde verdroogd waren.
-
8
|Génesis 8:8|
Daarna liet hij een duif van zich uit, om te zien, of de wateren gelicht waren van boven den aardbodem.
-
9
|Génesis 8:9|
Maar de duif vond geen rust voor het hol van haar voet; zo keerde zij weder tot hem in de ark; want de wateren waren op de ganse aarde; en hij stak zijn hand uit, en nam haar, en bracht haar tot zich in de ark.
-
10
|Génesis 8:10|
En hij verbeidde nog zeven andere dagen; toen liet hij de duif wederom uit de ark.
-
11
|Génesis 8:11|
En de duif kwam tot hem tegen den avondtijd; en ziet, een afgebroken olijfblad was in haar bek; zo merkte Noach, dat de wateren van boven de aarde gelicht waren.
-
12
|Génesis 8:12|
Toen vertoefde hij nog zeven andere dagen; en hij liet de duif uit; maar zij keerde niet meer weder tot hem.
-
13
|Génesis 8:13|
En het geschiedde in het zeshonderd en eerste jaar, in de eerste maand, op den eersten derzelver maand, dat de wateren droogden van boven de aarde; toen deed Noach het deksel der ark af, en zag toe, en ziet, de aardbodem was gedroogd.
-
14
|Génesis 8:14|
En in de tweede maand, op den zeven en twintigsten dag der maand, was de aarde opgedroogd.
-
15
|Génesis 8:15|
Toen sprak God tot Noach, zeggende:
-
16
|Génesis 8:16|
Ga uit de ark, gij, en uw huisvrouw, en uw zonen, en de vrouwen uwer zonen met u.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 11-13