-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
3
|Génesis 19:3|
En hij hield bij hen zeer aan, zodat zij tot hem inkeerden, en kwamen in zijn huis; en hij maakte hun een maaltijd, en bakte ongezuurde koeken, en zij aten.
-
4
|Génesis 19:4|
Eer zij zich te slapen legden, zo hebben de mannen dier stad, de mannen van Sodom, van den jongste tot den oudste toe, dat huis omsingeld, het ganse volk, van het uiterste einde af.
-
5
|Génesis 19:5|
En zij riepen Lot toe, en zeiden tot hem: Waar zijn die mannen, die deze nacht tot u gekomen zijn? breng hen uit tot ons, opdat wij ze bekennen.
-
6
|Génesis 19:6|
Toen ging Lot uit tot hen aan de deur, en hij sloot de deur achter zich toe;
-
7
|Génesis 19:7|
En hij zeide: Mijn broeders! doet toch geen kwaad!
-
8
|Génesis 19:8|
Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; ik zal haar nu tot u uitbrengen, en doet haar, zoals het goed is in uw ogen; alleenlijk doet dezen mannen niets; want daarom zijn zij onder de schaduw mijns daks ingegaan.
-
9
|Génesis 19:9|
Toen zeiden zij: Kom verder aan! Voorts zeiden zij: Deze ene is gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, en zoude hij alleszins rechter zijn? Nu zullen wij u meer kwaads doen, dan hun. En zij drongen zeer op den man, op Lot, en zij traden toe om de deur open te breken.
-
10
|Génesis 19:10|
Doch die mannen staken hun hand uit, en deden Lot tot zich inkomen in het huis, en sloten de deur toe.
-
11
|Génesis 19:11|
En zij sloegen de mannen, die aan de deur van het huis waren, met verblindheden, van den kleinste tot aan den grootste, zodat zij moede werden, om de deur te vinden.
-
12
|Génesis 19:12|
Toen zeiden die mannen tot Lot: Wien hebt gij hier nog meer? een schoonzoon, of uw zonen, of uw dochteren, en allen, die gij hebt in deze stad, breng uit deze plaats;
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 1 Corintios 14-16