-
Leer por capítulos:
-
Dutch Staten Vertaling
-
-
22
|Génesis 32:22|
En hij stond op in dienzelfden nacht, en hij nam zijn twee vrouwen, en zijn twee dienstmaagden, en zijn elf kinderen, en hij toog over het veer van de Jabbok.
-
23
|Génesis 32:23|
En hij nam ze, en deed hen over die beek trekken; en hij deed overtrekken hetgeen hij had.
-
24
|Génesis 32:24|
Doch Jakob bleef alleen over; en een man worstelde met hem, totdat de dageraad opging.
-
25
|Génesis 32:25|
En toen Hij zag, dat Hij hem niet overmocht, roerde Hij het gewricht zijner heup aan, zodat het gewricht van Jakobs heup verwrongen werd, als Hij met hem worstelde.
-
26
|Génesis 32:26|
En Hij zeide: Laat Mij gaan, want de dageraad is opgegaan. Maar hij zeide: Ik zal U niet laten gaan, tenzij dat Gij mij zegent.
-
27
|Génesis 32:27|
En Hij zeide tot hem: Hoe is uw naam? En hij zeide: Jakob.
-
28
|Génesis 32:28|
Toen zeide Hij: Uw naam zal voortaan niet Jakob heten, maar Israel; want gij hebt u vorstelijk gedragen met God en met de mensen, en hebt overmocht.
-
29
|Génesis 32:29|
En Jakob vraagde, en zeide: Geef toch Uw naam te kennen. En Hij zeide: Waarom is het, dat gij naar Mijn naam vraagt? En Hij zegende hem aldaar.
-
30
|Génesis 32:30|
En Jakob noemde den naam dier plaats Pniel: Want, zeide hij, ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht, en mijn ziel is gered geweest.
-
31
|Génesis 32:31|
En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; en hij was hinkende aan zijn heup.
-
-
Sugerencias
Haga clic para leer 2 Corintios 1-4